Deel artikel

geschiedenis recensie

Opkomst, bijna-ondergang en wederopstanding van Vooruit in Gent

11 maart 2019 5 min. leestijd

Stapsgewijs nam Vooruit definitief afscheid van de band met de socialistische beweging. Wel bleef Feestlokaal Vooruit een verzamelplek voor progressieve figuren en bewegingen.

Een van Gents markante gebouwen is het Kunstencentrum Vooruit. Met zijn imposante voorgevel met twee torentjes en sierlijke ramen en de grote achtergevel die bijna uit het water oprijst is het niet te missen voor wie er langs loopt. En wie in België geïnteresseerd is in cultuur en popconcerten kan niet om “de Vooruit” heen. Ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van het Kunstencentrum Vooruit in 2013 is in het STAM (Stadsmuseum Gent) de tentoonstelling 100 jaar Vooruit te zien.

Publiekshistorica en curator van de tentoonstelling Liesbeth Nys schreef een begeleidend boek: Vooruit Gent. Feestlokaal – Kunstencentrum 1913-2013. Het vuistdikke, zeer rijkelijk geïllustreerde en prachtig vormgegeven boek – de rode zijkanten van de pagina’s maken dat het als een rode baksteen in de hand ligt – biedt een chronologisch overzicht van de geschiedenis van het gebouw.

Het boek begint bij het begin: de socialistische coöperatie en het gebruik van de socialisten om volkshuizen te bouwen. De Gentse socialistische coöperatie Vooruit (opgericht in 1880) was een van de meest succesvolle van België en al snel rukte het socialisme op in het stadsbeeld. Overal rezen coöperatieve bakkerijen en winkels op – het was het begin van de verzuiling. Op de Vrijdagmarkt bouwden de socialisten het bekende en grootse Ons Huis en de Groote Magazijnen. Rond 1905 ontstonden plannen om een Feestlokaal te bouwen om het toenemende aantal socialistische culturele organisaties onderdak te bieden. De opening van het gebouw was gepland voor tijdens de Wereldtentoonstelling van 1913 in Gent, een planning die maar deels werd gehaald.

Het feestlokaal van Vooruit was enerzijds bedoeld als een teken van macht van de socialistische beweging. Het indrukwekkende gebouw toonde onweerlegbaar de kracht en het succes van het Gentse socialisme aan. Anderzijds was het gebouw ook bedoeld als een krachtig propagandamiddel om de kritiek te weerleggen dat het socialisme alleen gericht was op materiële verbeteringen – het zogenoemde biefstuksocialisme. Met de vele activiteiten die in het gebouw werden georganiseerd, lieten de Vooruiters zien dat ze geen cultuurbarbaren waren.

Deze socialistische eerste jaren van het Feestlokaal, het latere Kunstencentrum, zijn een opeenvolging van triomfen, van successen en van zelfverzekerdheid. De socialisten wilden een waar “cultuurpaleis” bouwen en slaagden daar ook in. Gedurende de jaren huisden in het gebouw vele organisaties, afdelingen en instellingen, waaronder een socialistische bibliotheek. De inspanningen van de bibliothecaris om zijn lezers op te voeden, de bibliotheek up-to-date te houden (met niet te veel pulpromans en lichte lectuur) en zijn boeken te beschermen leveren een sprekend beeld op van het functioneren van de socialistische cultuur. Ook was het Feestlokaal lange tijd bepalend voor de filmcultuur in de stad. De socialisten lieten aan het begin van de twintigste eeuw de inwoners van de stad Gent kennismaken met het medium film en ook later bleven filmverenigingen actief. En er werd zelf gebrouwen bier geschonken, treffend genaamd Triomfbier.

Ondanks deze succesverhalen is het boek expliciet niet bedoeld als huldeboek. De auteur mijdt mindere momenten uit de geschiedenis van het Feestlokaal dan ook niet. Relatief weinig aandacht is er voor de oorlogsjaren 1914-1918 en 1940-1944, die alleen af en toe aan bod komen. Beide keren werd het gebouw gevorderd door de Duitse bezetters, maar kennelijk is er van die episodes weinig bewaard gebleven of is er voor gekozen dat verhaal niet uitgebreid te vertellen.

Niet lang na afloop van de Tweede Wereldoorlog zette het verval van de socialistische coöperatie in, en daarmee het verval van het Feestlokaal. De neergang in de jaren vijftig, zestig en zeventig komt uitgebreid aan de orde. De Coöperatie Vooruit had financiële problemen en was niet in staat het gebouw goed te onderhouden, laat staan te renoveren – wat wel noodzakelijk was na de laatste Duitse bezetting. Daarnaast waren de maatschappelijke ontwikkelingen niet in het voordeel van het socialistische Feestlokaal: de introductie van televisie en de toenemende ontzuiling zorgden voor een gestadige leegloop van het eens zo druk bezochte gebouw. Het leidde er zelfs toe dat overwogen werd om het gebouw af te breken. Gelukkig is het Feestlokaal het lot van het Brusselse Maison du Peuple van Horta – een hoogtepunt van art-nouveau-architectuur – bespaard gebleven. Dit is te danken aan een grote groep actieve vrijwilligers die begin jaren tachtig grote inspanningen leverden om het gebouw te redden en in de oude luister te herstellen. De erkenning van het gebouw als monument in 1983 was een belangrijke stap in dit proces.

Het opknap- en heropeningsproces in de jaren tachtig werd door de initiatiefnemers gekaderd in de ontzuiling. Stapsgewijs, maar definitief werd afscheid genomen van de band met de socialistische beweging. Wel bleef Feestlokaal Vooruit een verzamelplek voor progressieve figuren en bewegingen, of het nu ging de homo-emancipatiebeweging, alternatieve muziek of experimenteel theater. Om de immer precaire begroting rond te krijgen werden lange tijd zalen verhuurd voor zeer uiteenlopende activiteiten, waaronder zelfs een bodybuilderbijeenkomst. Sinds 1993 ontvangt het (toen) Kunstencentrum Vooruit overheidssubsidie, wat het mogelijk maakte om een meer vaste en eigen lijn in de programmering te trekken.

Nys is publiekshistorica en Vooruit Gent. Feestlokaal – Kunstencentrum 1913-2013 is dan ook expliciet bedoeld om het brede publiek in de gelegenheid te stellen zich te verdiepen in de geschiedenis van het voor en in Gent zo belangrijke en markante gebouw. De chronologische opzet is hiervoor geschikt. Het boek wil ook culturele en sociale geschiedenis samen laten gaan met architectuurgeschiedenis – een idee waar de geschiedenis van een gebouw zich natuurlijk perfect voor leent. Het is jammer dat de auteur niet helemaal slaagt in haar opzet. De geschiedenis en het gebouw blijven enigszins los staan van elkaar. Ze gaan geen natuurlijke verbinding aan.

Dat is ook enigszins het geval bij de vele anekdotes die in het boek terug te vinden zijn. Deze komen helaas zelden tot leven. Alle mooie anekdotes en afbeeldingen in het boek krijgen niet echt een duiding en worden alleen in een chronologisch verband gebracht. De lezer heeft na lezing van het boek veel kennis opgedaan, maar een duidelijk verhaal ontbreekt. Met name het tweede deel van het boek, over de overgang van socialistisch Feestlokaal naar Kunstencentrum, leest soms als een opsomming van namen, instanties en optredende kunstenaars en artiesten. Een thema dat wel wordt aangestipt maar misschien meer uitgewerkt had kunnen worden, is de constante strijd tussen socialistische inhoud (en beschavingsdoel) van de programmering, geld en vermaak/feest. Dit was niet alleen een kwestie in de beginjaren, ook bij de latere programmering werd stilgestaan bij de ingewikkelde relatie tussen “opvoeding” en commercie. Daar staat tegenover dat Nys zeer veel informatie op een voor een breed publiek toegankelijke wijze heeft samengebracht in een relatief kort bestek – een prestatie op zich. Het beeldkatern van bijna 250 pagina’s slaagt er bovendien goed in om de sfeer in de Vooruit gedurende de laatste honderd jaar over te brengen.

Is Vooruit Gent. Feestlokaal – Kunstencentrum 1913-2013 een papieren monument voor een stenen monument? Niet helemaal. Maar het is desalniettemin een zeer fraai bewaarboek geworden, dat met zijn vele citaten en afbeeldingen de inwoners van Gent, de bezoekers van de Vooruit en zeker de oude medewerkers kan bekoren.

Recensie van: Liesbet Nys, Vooruit Gent. Feestlokaal – Kunstencentrum 1913-2013, Uitgeverij Hannibal, Veurne, 2013, 592 p.
Dit stuk is eerder gepubliceerd in Ons Erfdeel 4/2013, pp. 162-164.
Minte Kamphuis

Minte Kamphuis

stafmedewerker (digitale) publicaties - Nederlands Instituut voor Militaire Historie at Ministerie van Defensie

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291a0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)